De kaart van Michael uit 1772
De ‘Kaart van Michael’ uit 1772 is een weergave van de tuinen van Beeckestijn na de belangrijke wijzigingen in de tuinaanleg, die door tuinarchitect J.G. Michael (1738-1800) in opdracht van Jacob Boreel Jansz. waren doorgevoerd. Naast de formele is de nieuwe landschappelijke aanleg te zien en daarnaast zijn de verschillende architectonische elementen apart weergegeven. De kaart is van groot cultuurhistorisch belang en wordt dan ook in alle publicaties over Nederlandse tuingeschiedenis genoemd en vaak ook afgebeeld.
Kaart van Michael, modern ingekleurde kopergravure ca. 65 x 64,5 cm., opgemeten en getekend door J.G. Michael in opdracht van de eigenaar Jacob Boreel Jansz. In 1771 en in 1772 gegraveerd door C. Philips Jacobszn. De plattegrond is gesitueerd in westelijke richting: het Huis staat aan de oostzijde van de centrale as.
Foto oorspronkelijke versie: Noord-Hollands Archief. Ingekleurd door Richard Kuiper, Haarlem 1999.
Geraadpleegde bronnen: nrs. 4, 5, 7, 8, 9, 11 en 15.
Opgemeten en getekend
Het opschrift op deze kaart leest: ‘Lustplaats van den wel Ed. Gestr. Heer Mr. Jacob Boreel Jansz. gemeeten, geteekend en in dese stand gebragt door den Architekt, J.G. Michael, en in koper gegraveert, door C. Philips Jacobsz. Amsterdam, 1772’. De kaart is dus geen ontwerp, geen plan, maar de weergave van de toen opgemeten bestaande situatie. Opvallend is dat Michael, de ontwerper van de kaart en van de tuin, zich hier presenteert als ‘architect’. Wij vinden dit weliswaar terecht, maar in de 18e eeuw was het voor een tuinbaas, die ook ontwerpen maakte, niet gebruikelijk om zich zo te noemen.
Twee werelden bijeen
De kaart laat zien dat de tuinen uit twee heel verschillende delen bestaat. In het onderste deel, waar zich ook het huis bevindt, overheersen rechthoeken, driehoeken en cirkels. Het bovenste deel lijkt op het eerste gezicht meer een landkaart dan de weergave van een tuin. Belangrijke onderdelen zijn hier twee korenvelden en de beek. Het onderste deel van de kaart laat ook zien hoe in het voorste, formeel aangelegde deel van de tuin, slingerende ronde en hoekige paden waren ingepast in het grotere regelmatige plan. De onderdelen van deze oudere formele tuinaanleg hadden mogelijk ook een overdrachtelijke betekenis als verwijzing naar hemel en aarde en de goddelijke drie-eenheid.
De tuin als kunstwerk
Waarschijnlijk was de kaart bedoeld om indruk te maken op tijdgenoten. Nu, bijna 250 jaar later, imponeert hij nog steeds. Een 21e–eeuws artistiek of ‘kunst’oog ziet een systeem van modulen die telkens op een andere wijze fantasievol zijn ingevuld. De 18e-eeuwse wandelaar dwaalde langs slingerpaden en verrassende intieme hoekjes. Door de afwisseling met rechte lanen en doorzichten werd hem of haar telkens weer duidelijk waar hij of zij zich in het grote park bevond.
Van 1772 naar nu
De huidige situatie wijkt op een aantal plaatsen af van die van 1772. De moestuinen links en rechts van de bebouwing om het voorplein zijn verdwenen. In de vorige eeuw werden deze ingevuld als fantasie formele tuinen op kleine schaal. In de centraal in de formele aanleg gelegen vijver is omstreeks dezelfde tijd een fontein toegevoegd. Hierdoor wordt de zichtas onderbroken en fungeert de vijver niet meer als spiegel. Ook enkele architectonische elementen zijn nu incompleet of afwezig. Een echt gemis is het ontbreken van de colonnade aan het einde van de middenas. Deze functioneerde als belvedère of uitkijkpunt van waar men kon reflecteren op het ongetemde duinlandschap achter het park, de geordende grilligheid van de tuin en de weidsheid van het Wijkermeer voor de poort van Beeckestijn.